Aan de rand van de Noordwest-Veluwe en de Gelderse Vallei, ligt Nijkerk. De naam betekent ‘nieuwe kerk’. Voorheen meende men dat deze naam sloeg op de herbouw van een kapel die door een brand zou zijn verwoest. Tegenwoordig gaat men ervan uit dat de ‘nieuwe kerk’ gesticht werd als dochterkerk van de kerk van Putten.
Nijkerk lag in de middeleeuwen op de grens tussen het hertogdom Gelre en het Sticht (Utrecht). In 1412 leidde dit tot de verwoesting van het dorp tijdens een uitloper van de Arkelse oorlogen. Dit vormde voor hertog Reinoud IV van Gelre aanleiding om Nijkerk in 1413 stadsrechten en vrijstelling van tolgeld te verlenen. De nieuwe stad moest zich dan wel op eigen kosten ommuren.
Omdat stadsmuren in 1413 al militair nutteloos waren geworden, werd de stad omwald in plaats van ommuurd. De Doornsteeg ligt ongeveer een kilometer ten westen van de oude kern van Nijkerk op enkele honderden meters ten noorden van de Dammersbeek. De Doornsteeg vormde vanuit Nijkerk in noordelijke richting de verbinding tussen de Vest, de Holkerweg en de Bremerseweg.
In de achttiende eeuw werd 'Doornsteeg' steeds meer een buurtschapsnaam en kreeg de weg de naam Olevoortse- of Holevoortseweg. Door de aanleg van de autoweg A28 begin jaren zestig werd de Doornsteeg doormidden gedeeld. Het gedeelte tussen de Holkerweg en de A28 kreeg opnieuw de naam Doornsteeg; het deel ten westen behield de naam Olevoortseweg.